Als Vera die dag bij de Ikea aankomt, kijkt ze even naar de grote letters op het gebouw. Wat een heerlijkheid om hier te mogen werken, denkt ze. Vera had met haar achttien jaar een vakantiebaantje gevonden bij de winkel waar ze als kind al in de ballenbak rolde. De liefde voor de winkel was gebleven. Elk jaar als de Ikea gids door de brievenbus plofte, was ze er als de kippen bij om hem op te pakken. Een heel ritueel volgde dan. Kopje thee, koektrommel en met de knietjes opgetrokken in de grote oorstoel. Uren en uren kon ze zitten bladeren en fantaseren over hoe haar huis er later uit zou zien met de leuke spulletjes van de Zweedse Hemel.. de Ikea!
Eenmaal klaar met school had Vera gesolliciteerd bij haar paradijs. Vandaag was het zo ver… ze ging nu niet als klant, maar als werknemer naar binnen. Een gevoel van trots kwam over haar, toen ze met haar pasje de ingang opende waar het personeel naar binnen mocht. De deur klikte open en ze duwde er net iets te enthousiast tegen aan zodat ie ver open zwiepte. “Au” riep iemand. Vera keek snel achter de deur en daar zat een jongeman op de grond met zijn hand tegen zijn oor en een pijnlijk gezicht. “Oh, sorry, sorry!” “Wat een kluns ben ik ook, heb je je erg pijn gedaan?” Vincent keek op naar Vera. “Nou je hebt nogal een krachtige duw en de deur is nogal hard, kan ik je melden”. Vera hielp Vincent omhoog en samen liepen ze naar de personeelsruimte.
Dat was de eerste keer dat ze elkaar zagen. Vera geneerde zich nogal voor haar lompheid en ontweek Vincent daarna zo veel mogelijk. Dat was nogal lastig, omdat ze allebei op de meubelafdeling waren ingedeeld. Elke keer als ze in zijn buurt kwam keek ze snel de andere kant op. Ze had wel eens vanachter een bank staan luisteren hoe hij met klanten omging. Ze hield van de warmte in zijn stem, de attente manier van doen, de handigheid met klanten. Eigenlijk was Vincent wel erg leuk, maar ja… dat gedoe met de deur op zijn oor…
Als Vera op een goede dag weer eens achter een bank doet alsof ze heel druk is, hoort ze ineens een stem naast zich. “Mooi he, die bank van deze kant”. Terwijl ze haar hoofd draait kijkt ze recht in de ogen van Vincent. Zichzelf innerlijk verwensend voor haar neiging om achter de bank te kruipen, besluit ze net te doen alsof het de normaalste zaak van de wereld was dat ze daar zat.
“Nou.. weet je… ik luister naar de bank” “Naar de bank?” “Ja.. als je heel stil bent, kun je het horen..” “Wat dan?” “Hoor je het niet??” “Ik hoor helemaal niks!” “Nou dan heeft die deur je harder geslagen dan ik dacht…” “Als je goed luistert, hoor je de liefde waarmee deze bank is ontworpen door een meneer die vast Bjorn of Olle heet”. Vincent keek Vera aan en ineens bulderde hij van het lachen.
Vanaf die dag was Vera niet meer schuw. Ze had haar blunder creatief opgelost. Vaak aten Vincent en Vera samen in de kantine. Ze deelden dan een grote portie Zweedse balletjes. Het leukste spelletje was de balletjes een Zweedse naam te geven. Soms zocht Vera stiekem de avond voor ze weer moest werken op internet allerlei namen op en leerde die uit haar hoofd. Vincent was zwaar onder de indruk van de kennis van ballennamen.
“Weet je wat ik wel een keer zou willen..” zei Vera op een dag. Aan de glimmende oogjes die ze bij de vraag heeft, weet Vincent al dat het niet veel goeds zal betekenen. “Nou… vertel!” “Als we nou eens na sluitingstijd ons verstoppen…” “Ja..en dan?” Vincent vraagt het zonder ook maar een moment te bedenken dat het zwaar tegen de regels is en ze vet in de problemen zullen komen. “Nou.. dan met zijn tweetjes op de rand van de ballenbak gaan staan en een Zweeds balletje verstoppen”. “Wie hem vindt… wint”. Vincent begon te glimmen.. “Briljant idee, maar wat is de prijs?” “Wie hem vindt.. vraagt de ander mee uit!”
Een jaar later, in een kleine studio midden in stad, zit Vera net als vroeger met de ‘bijbel’ op schoot. Zo noemt ze haar Ikea gids. Ze heeft zich weer genesteld. Even later komt Vincent binnen gelopen.
“Kijk! daar staat ie!” kirde Vera, “onze loveseat!” “Wat denk jij, liefje? “ “Zou die niet geweldig staan in de kamer? “ Vincent keek naar het plaatje in de gids. “Uhm, tja, het is wel een groot ding, Veer”. “Straks moeten we met opgetrokken knietjes aan tafel omdat de ‘liefdesplek’ de halve kamer in beslag neemt…”. “Niet joh, dat valt reuze mee”. “Kom dan even kijken in de kamer!” Vera maakte twee grote stappen om de afmeting uit te rekenen. “Veer, zo meet je niet!” “Je hebt kleine beentjes, die overigens erg schattig zijn”. Vincent aaide plagend over het been dat Vera ver uitgestrekt had staan om vooral één meter te kunnen uitbeelden. “Nou Vincent! “ “Ik probeer serieus te kijken of de ‘love seat’ gaat passen”. “En jij denkt meteen weer aan knuffelen!” “In plaats dat je nou even komt helpen en meedenkt!” “Honneponnetje van me, schattepatatje, ik zal even een rolmaat pakken”. “Schiet wel even op, want ik blijf hier niet een uur staan met mijn been op deze plek, zodat je weet wat een meter is…”. “Hatsjoe…” Vera niest een keer heftig en met dat ze dat doet, verliest ze haar evenwicht uit de gespreide pose en kukelt naar de zijkant. Als Vincent terugkomt, ligt Vera languit op de grond. “Veer, wat doe je nu?” “Nou weet ik niet meer waar het precies één meter was” zegt Vincent op een gemaakte serieuze toon, terwijl hij zijn lachen in probeert te houden. Vera kijkt hem aan en zegt “Zullen we maar gewoon een oorstoel nemen?” Vincent lacht en zegt “Schat, dat klinkt mij als muziek in de oortjes”.
“Veer.., neem meteen even een lijstje mee voor de foto als je vanavond terugkomt van Ikea…