“Heb jij eigenlijk kinderen…” vraag ik aan een ambassadeur uit Europa. “Nee, ik ben alleen”. Ik verwonder me erover. Het is zo’n leuke peer, aardig, beleefd, creatief en zo ontzettend bescheiden. Hij is net als ik druk geweest met de theorie van ‘wat je bedenkt, zal ook gebeuren’. Als ik hem daar voorzichtig op wijs, zegt hij: “Ik zal het proberen.” Daar zit hem nu net de kneep. Als je iets ‘probeert’ ga je stiekem uit van de mogelijkheid dat het weleens heel misschien niet zal gaan lukken…
Het omkeren van de manier waarop je denkt is dus zorgvuldig met woorden spelen. Moeten, proberen en willen… zijn de ‘beter van niet’ uitdrukkingen. Doen en zijn vormen een prima setje om te gebruiken bij het denken.
Ik mag dan misschien wijsneuzerig mijn collega ambassadeur wijzen op zijn onhandige taalkeuze, maar ik kan er zelf ook wat van hoor. Ik weet dat ik het beter niet zou moeten doen, maar het lijkt ingebakken te zitten in mijn denkfabriekje. Soms vertel ik iets en dan hoor ik mezelf terwijl ik praat. Oops, daar ging ik weer. Het vergt dus bewustzijn en oefening om opnieuw te leren praten in een wens vervullende manier.
Laatst heb ik het eens uitgeprobeerd, door gewoon te schrijven in een mail dat ik druk zal zijn, omdat ik een nieuwe baan heb. Op dat moment was dat nog niet duidelijk, maar ik dacht laat ik eens de proef op de som nemen. Mijn blog met de titel Jippie! bewijst dat het werkte. Ik heb die baan ook gekregen.
Zo heb ik ook mijn huis gevonden. Doe mij maar een water appartement, ik vind dat ik dat verdiend heb zo onderhand. Ik woon er inmiddels meer dan twee jaar. Al die tijd vond ik het nog steeds een wond er, dit huis en toen ik werkzoekend werd was ik wel even
Als ik druk in gesprek zit met een collega in een buurtcentrum gaat de deur open. Ik kijk op en zie een bekend gezicht. “Nou ja, zeg, jij hier?” vraag ik. “Ja, ik werk als wijkwerker” zegt de man die ik meer dan een jaar geleden als collega werk-zoekende tegenkwam bij een project waar wij beiden aan deelnamen. Hij begint te vertellen over zijn nieuwe baan. Een andere vrijwilligster vraagt hem hoe hij dat toch voor elkaar gekregen heeft. “Ik wilde altijd al bij deze organisatie werken en dat is het begin. Natuurlijk heb ik het honderden keren geprobeerd en werd ik afgewezen. Net toen ik het op wilde geven, werd ik gebeld of ik beschikbaar was. De kunst is geen baan te willen maar te weten waar je gaat werken en daar in geloven, ook als het een tijd duurt.”
Ik ben bezig mijn wenslijstje bij te werken. Het is net online shoppen in een onzichtbare winkel of wrijven tegen een onzichtbare lamp met een wensengeest. Wrijf wrijf…. poef en daar is mijn wens! Als je maar gelooft in wat je wilt en overtuigd bent dat het ook komt. Klinkt allemaal wat wazig… maar het werkt. Wat ga jij voor jezelf wensen?