De ijsblauwe ogen kijken me door het glas heen aan. Hij kijkt naar mij en weer terug naar beneden. Ik sta heel stil. Innerlijk denk ik ‘hoe lang kan het duren om een paspoort te controleren’. Ondertussen zet ik mijn liefste lachje op… Laten we vooral Boris of Wladimir of hoe de beambte ook zal heten, niet tegen zijn niet al te weelderige vlassige asblonde haardos instrijken. Het valt niet mee… Rusland zien en dan sterven, zal nog een heel karwei worden vrees ik.
Eindelijk heeft Boris Wladimir dan het licht gezien en bedacht dat ik wel een lieve mevrouw uit Nederland ben die geen nare dingen van plan is in Rusland. Klak klak hoor ik. De stempel van het visum gaat in mijn paspoort. St. Petersburg, hou u vast… hier kom ik! Gelukkig kwam Sherlockje ook door de controle en stond ik niet alleen in het nog te ontdekken gebied.
We hobbelen door naar de bus van de excursie. Jeetje, die zit vol. Achterin zijn nog net twee plekjes. Plof.. ik zit. Een kraakgeluidje onderbreekt mijn gesprekje met twee Australiërs … In gebrekkig Engels horen wij… “Er zijn twee passagiers die hier niet horen, die zitten in de verkeerde bus”. De zin wordt gevolgd door ons kamernummer. Oops. We hijsen ons weer uit de stoelen en ik groet iedereen onder het mom van “Het waren twee fantastische minuten” en we staan weer buiten met een pislinke reisleidster.
“Nou, dan hadden we ook niet zo onchristelijk vroeg ons bed uit gehoeven als ‘onze’ bus pas om 10 uur vertrekt” snerpt Betty in het luchtledige. Ze gaat nog even verder. “Daarnaast, welke halve muts verzint een excursie met de naam SPT02 en dan een letter 0. Dan leest toch iedereen 020 met cijfers?”. Sherlockje luistert half en gaat op zoek naar het zwarte goud.. koffie. Nou, zie maar eens koffie uit een automaat te krijgen waar je roebels in moet doen. Ik kan melden… Het is gelukt. Prinsheerlijk zaten we op een bankje te wachten op de bus met het juiste nummer.
In de juiste bus rijden we door St. Petersburg. Het ene grote gebouw na het andere suist aan mijn ogen voorbij. Ze waren wel goed in paleizen maken, denk ik. We gaan naar de kathedraal St. Peter en St. Paul .
Daar liggen alle Tsaren begraven. Indrukwekkend. Als ik het allemaal zo eens bekijk, kon je maar beter geen tsaar geweest zijn. Ze werden allemaal om het leven gebracht en daarna verstopten ze de lichamen. Ik geloof dat ze nu een groot deel van de familie bij elkaar hebben, maar dat moet je toch niet willen dat er na je dood nog een puzzeltocht op touw gezet moet worden om je uiteindelijk een plekje te geven.
Hup de bus weer in want we hebben nog meer te doen vandaag. We worden in een straat uitgeladen en vragen ons af wat er zo pittoresk is. Daar kwamen we gauw genoeg achter. De onschuldig ogende raampartijen verborgen een hele nieuwe wereld. De mega souvenier store. Ik denk dat de reisleiders afspraken maken om hele ladingen toeristen eruit te laten om daar hun hebbedingetjes te kopen. Ik wist niet wat ik zag. De baboesjka’s lagen opgestapeld tot aan het plafond. Faberge eieren te kust en te keur, berenmutsen, wodkaflesjes, rare shirts met meneer Putin erop…
En weer door naar een typisch Russische lunch in een wat vervallen paleisachtige setting. Alle passagiers zaten met grote ogen te kijken wat er ter tafel kwam. De koude rode koolsoep was wel de verrassing van het geheel. Ik was in ieder geval weer blij in de bus te zitten om vervolgens door te hollen naar de Hermitage.
Rijen dik stonden buiten te wachten om naar binnen te kunnen. Onze reisleidster ging bijna op de vuist met een Japanse reisleidster die de actie van onze groep, die langs de rij heen liep niet kon waarderen.
Misschien ben ik een cultuurbarbaar, maar het mooiste vond ik de trappen van het winterpaleis waar je als groep start met de rondleiding. Als ik een Rembrandt wil zien, kan ik zo met de trein en sta ik binnen een half uur voor een van de meesterwerkjes. Dat voorrecht heeft natuurlijk niet iedereen… Na een half uur waren Sherlockje en ik de pracht en praal een beetje beu. Mijn teentjes die in charmante zwarte muiltjes waren gestoken, begonnen om hulp te schreeuwen. We zijn um gesmeerd. Op naar de koffie bar. Het duurde nog zeker een uur voordat de gids klaar was met ieder kunstwerkje aan te prijzen.
Heerlijk om weer in de bus te zitten. Lekker terug naar ‘huis’, naar het drijvende paleis. Ja.. dat had u gedacht. Nee, mevrouw, we gaan nog even gezellig een wodkaatje halen. Bij de volgende mega souvenier store. Ik moest even diep zuchten. Terwijl ik met een voet over de drempel ben, krijg ik een plastic shopper in mijn handen gedrukt. De hint was duidelijk. Shoppen, toerist.. en wel nu! Betty was wakker. Ze liep even door de winkel en gaf met haar liefste glimlach de lege tas terug aan de bediende. Toedeldokie.
Van tien uur in de ochtend tot zeven uur in de avond was genoeg avontuur voor Betty. Het mooiste gebouw was de Kerk van de Verlosser op het Bloed. Helaas werden we daar maar vijf minuten losgelaten om van de buitenkant foto’s te nemen. Die zat niet in de toer. Wel jammer want de Hermitage had van mij wel geskipt mogen worden (sorry voor de liefhebbers). Al met al een lange dag en ik was blij dat Nikita of Olga (of hoe de paspoortbeamte ook mocht heten)mij weer door liet de grens over. Mijn Baboesjka uit Estland staat te glimmen op de kast. Jammer voor de Russen, ik shop liever wat compacter 🙂