Stel je eens voor dat je in een koets zit in de Middeleeuwen en de mens nog geen benul had van asfalteren… Iedere kiezel, elke kuil die de wielen van de koets tegenkomen, zal je zitten op het bankje in de koets voelen. Als je uitstapt na de rit, zal je ongetwijfeld wat blauwe plekken op het lijf aantreffen.
De hobbel in de weg zorgt voor het schudden van de koets. Je wordt even met je knie of in het minst prettige geval, met je hoofd tegen wand van de koets geknald. Dat doet even zeer, maar gelukkig herstelt een blauwe plek vaak snel.
Eerst is de plek pijnlijk en wrijf je erover. Dan zie je alleen nog waar de plek zat door de verkleuringen. Eerst paars en dan geel en dan is het weer weg…
Zo gezellig rijdend door het leven in de koets leer je al snel waar grote oneffenheden in de weg zitten. Je manoeuvreert waarschijnlijk al gauw om de plek heen, door de herinnering aan de blauwe plek die je eerder had opgelopen.
Ik heb in mijn leven al wat afgehobbeldebobbeld. Van hele diepe kuilen in de weg, tot grote hellingen die ik aantrof. Elke keer weer probeerde ik met de koets de berg op te komen. Bijna boven haalde ik het net niet en met een noodvaart kukkelde ik weer naar beneden. Onderaan de berg bekeek ik dan de blauwe plek van het vallen en na een tijdje sputteren en grommen vatte ik de moed dan weer op om weer aan de helling te beginnen.
Het grappige is, dat ik tegenwoordig steeds minder hellingen aantref. Hoe dat komt? Waarschijnlijk omdat ik na de zoveelste val langzaam ben gaan begrijpen, dat heel gefrustreerd een berg op willen niet de juiste weg is. Je kunt ook trainen om een berg op te komen, of de berg in stapjes nemen… Het is zo veel meer ontspannen dan als een dol en ontwikkelhappy mens de berg ineens te willen nemen.
Het leven is een constante bergtocht. Als je denkt dat je de berg hebt overwonnen, volgt vanzelf de volgende weer. Mijn oma had wel gelijk toen ze zei: “Het is niet zo handig om haast te hebben om de berg te beklimmen” “Als je wat langzamer loopt zie je meer onderweg en ga je wijzer de berg op”. Ze was zelf een van de meest ongeduldige mensen die heb gekend… maar dat terzijde 🙂
Het prettige aan hellingen is, dat eenmaal boven je weet dat de beloning volgt… Daarna heb je de wind in je rug en lijk je even te vliegen, tot je de grond raakt en in het dal een nieuw berg aan de horizon kunt zien. Het is even helemaal whieeeeeeee…. Met een rugzakje aan kennis even lekker naar beneden vliegen…