Langs de kant van de weg staat een meisje met een rugzak op haar rug. Ze is gaan staan bij een paaltje waar een bordje op hangt dat hier de bus langs komt. Rustig staat ze te wachten. In de verte ziet ze de contouren van een bus. Snel gaat ze er klaar voor staan, zodat de chauffeur duidelijk kan zien dat ze mee wil. De bus komt dichterbij en ineens ziet het meisje bovenaan in het venster de bestemming van de bus staan… Ze kijkt verbaasd…. er staat…’naar huis’. Huuh? Hoe kan er nou een bus zijn die ‘naar huis’ gaat. Er zijn toch meerdere mensen ingestapt en die wonen heus niet allemaal op hetzelfde adres, overweegt het meisje snel. Wat gaat ze doen? Stapt ze in, wetende dat een ritje onbekend terrein zal zijn, of blijft ze staan en wachten op de bus met het juiste venster erop?
Ze besluit in te stappen. Ze is even niet zeker of haar kaartje wel geldig zal zijn voor de bestemming van deze bus, maar de chauffeur lacht vriendelijk en ze loopt door. Er zitten nog meer mensen in de bus. Ze gaat zitten en observeert de andere passagiers. Een mevrouw zit voor zich uit te staren, een andere mevrouw lacht vriendelijk en warm naar haar alsof ze wil zeggen, goede keuze!
De bus gaat rijden en het meisje zit bij het raam te kijken waar langs de bus haar voert. Ineens stopt de bus en alle passagiers lopen richting de deur. Het meisje besluit dan ook maar te volgen, niet wetende wat de bedoeling is. Ze stapt uit en staat ineens in een andere tijd. Ze ziet een weerspiegeling van zichzelf in een raam van een huis. Ze is ouder… Op gevoel loopt ze een kant op en ineens zegt iemand..
‘Hallo buurvrouw…’ Het meisje schakelt snel. Als dat mijn buurvrouw is, dan zal ik wel in deze straat wonen… ergens. Het is allemaal erg verwarrend. Welk huis is dan.. thuis? Ineens gaat er een deur open en een vrouw vraagt ‘Waar bleef je nou? ” Ah… dat is handig, dan zal daar thuis wel zijn.. Het meisje loopt op de vrouw af en mompelt een excuus om de situatie maar even rustig te houden. Ze loopt het huis in en kijkt…. hmmm… thuis? Voelt dat zo?
En dan de vraag… hoe voelt thuis eigenlijk? Veel tijd om daar over na te denken is er niet omdat de vrouw een gesprek met het meisje begint. Het is aftasten… wie is dit en waar gaat dit over…
Ineens zegt het meisje… Ik weet niet wie ik ben en wat ik hier doe. De vrouw kijkt het meisje aan en lacht. Ach kind, die vraag stellen wij ons allemaal wel eens hoor. Wil je worst bij de boerenkool?
Later ligt het meisje in bed. Blijkbaar… haar bed. Ze bekijkt de kamer en vraagt zich af wie deze inrichting heeft gekozen en met welke bedoeling. Het voelt niet fijn. De volgende morgen gaat het meisje weer op pad. Uitgezwaaid door de vrouw en een fijne dag gewenst… op school? Het meisje gaat de weg op en ineens ziet ze weer hetzelfde paaltje staan… de bushalte.
Ze gaat staan wachten en wederom komt de bus met de tekst ‘naar huis’ langs. De chauffeur groet het meisje en vraagt ‘Heb je het gevonden daar?’ Het meisje kijkt de man aan en vraagt ‘Wat was ik aan het zoeken dan? ‘ De man zegt ‘ Thuis’ . Het meisje zegt ‘nee, ik vond het daar niet’.
Thuis… hmmm… het is een gevoel. Maar wat voor een gevoel? Wat betekent het? Ze gaat even na… warmte, veiligheid, geborgenheid, jezelf zijn, weten dat je er altijd weer heen kunt.. Dat zijn ingedrienten voor thuis. Dus thuis ben je zelf.
Het meisje gaat naast de chauffeur zitten en legt hem haar overwegingen van kort daarvoor uit. Tjonge, zegt de chauffeur, dat heb je redelijk snel door. Er zijn er die nog steeds in en uit stappen en het maar niet zien. Maar, nu je dit weet, vraagt de chauffeur, wat ga je met die kennis doen? Het meisje weet het even niet en vraagt of er ook een busrit is die daar antwoord op biedt. De chauffeur lacht. Thuis is waar je hart is… Dus je kunt je die rit besparen.
Het meisje begint te glimlachen en zegt…” Dit is de beste dag van mijn leven, ik weet waar thuis is”, terwijl ze naar haar hart wijst.