Voor alles is een eerste keer… De eerste keer naar school, de eerste keer verliefd. Ik was een jaar of 13 en het was Pasen. Op bezoek bij familie in Duitsland. En daar was ie.. mijn eerste liefde. Even oud als ik en pats boem.. het was gebeurd. De taal was geen probleem, door het vele logeren bij mijn oom in Duitsland sprak ik voor een 13 jarige bijzonder goed Duits en daarnaast… de taal van de liefde.. die is toch universeel?
Hand in hand lopend door straatjes in de buurt van het huis van mijn oom, werden we gespot door mijn oud tante. Ze zou het goed gedaan hebben als slechte stiefmoeder in Assepoester. Een oude dame met lang grijs haar dat in een knot gefrummeld was en waar alle blijheid in de loop der jaren uitgedruppeld was. Ik werd apart geroepen. Wat ik wel niet dacht… met die jongen staan te rommelen.
De jongen in kwestie was familie van haar schoondochter en dat was minderwaardig volk. Ik was te goed voor die jongen en moest toch beter terechtkomen. De oude dame had in haar leven denk ik veel teleurstellingen in de liefde gehad en was zich niet bewust van de sterke kracht van de liefde. Natuurlijk ging haar relaas het ene oor in en het andere uit en werden de vlinders alleen maar meer versterkt.
Hartverscheurend was het moment van afscheid. Elke kilometer richting huis deed zeer. Thuisgekomen schreef ik liefdesbrieven. Met het woordenboek ernaast om vooral alles in correcte spelling en de juiste naamval te schrijven. Ik had ook hoge cijfers voor het vak Duits, vreemd genoeg (hahahaha). Elke gulden werd gespaard voor een treinkaartje naar hem.
Eindelijk was het moment daar, dat ik weer naar hem toe kon. Vol verwachting in de trein, als puber.. naar mijn grote liefde. In mijn hoofd het beeld van hem en van mij.. in slow motion op elkaar aflopend met de armen wijd open, een zweem van vioolmuziek in de lucht, tot het geluid van een naald over een grammofoonplaat hoorbaar was …
Op het station stond mijn tante.. alleen. Ik bleef nog hoopvol dat hij in de auto zou zitten. Maar nee.. hij was er niet. De volgende dag kwam hij wel. Lopend door de straatjes in de buurt mompelde hij vaag iets over dat hij het net had uitgemaakt met zijn vriendinnetje, speciaal voor mij. Mijn eerste schok over de lompheid van mannen was een feit. Een dag samen weer. Vlinders weer uit de kast… en weer het hartverscheurende afscheid.
Ik heb wel honderd brieven geschreven. Ik heb er van hem geloof ik drie gekregen. Waarvan een ook weer een spijtbetuiging van zijn ‘vreemdgaan’.
Ik heb hem totaal drie keer gezien. Mijn vader moest altijd erg lachen. Als ik in Nederland een vriendje had en de houdbaarheidsdatum daarvan was verstreken, kwam uit het nachtkastje een klein fotolijstje. Met hem.. Zo.. zei mijn vader dan, je hebt hem weer uit het stof gehaald. Heerlijk veilig, zo’n liefde op afstand. Ik kon hem wel wat doen dan.
Het was toen al een les in liefde. Ik had er veel voor over om hem te zien. Hij maakte even tijd in zijn liefdesschema.. Niet een echt gelijkwaardige liefde.. maar dat zag ik toen nog niet.. Ik zou nog veel bij gaan leren. Mijn idee over sprookjesachtige liefde is inmiddels wel overgoten met wat realisme.