Er was eens een jongeman, die door een kleine stad liep. Hij dwaalde ogenschijnlijk wat doelloos rond en het leek alsof hij in diep gepeins verzonken was. Plotseling stond hij stil en langzaam drong tot hem door dat hij een eindje terug iets gezien had, dat anders was dan het ooit daarvoor geweest was. Hij draaide zich om en liep nu aandachtig weer terug. Daar zag hij aan de overkant van de straat een oud pandje. Op het uithangbord stond iets dat hij niet goed kon lezen.. Omdat hij vanaf deze zijde van de straat niet kon zien wat het was, stak hij de straat over. Hij keek door de beide ruiten van het winkeltje en zag op een brede vensterbank, die als etalage moest doorgaan enkele korreltjes liggen. Nieuwsgierig pakte hij de oude koperkleurige klink in zijn hand en duwde tegen de deur. Die sprong open en er klonk een ouderwetse schellenbel. Twee tellen later stond hij in de winkel. Achterin de winkel ontwaarde hij een soort toonbank waarachter een gestalte stond. Dichterbij gekomen, zag hij een kleine verschijning.. een man met een warme glimlach, het leek wel een sprookjesfiguur…
‘Wat verkoop jij hier eigenlijk?’ vroeg de jongen. De man glimlachte vriendelijk. “Wat denk je?’ ‘Ik verkoop alles wat je maar wilt. Zeg het maar.’ De jongeman staarde de sprookjesachtige man een tijdje aan en toen het tot hem door was gedrongen, versnelde zijn ademhaling. Hij kon alles vragen wat hij maar wilde!
Zo snel hij kon sprak hij zonder pauze: ‘Ik wil graag een goede baan, veel geld verdienen, ik zou een zorgzame vrouw willen, lieve kinderen en een mooi huis. Ik wil graag ontspanning op zijn tijd. Ik zou willen dat ik de mensen kon begrijpen en zij mij. En heel graag zou ik wat mooier piano willen spelen. En ook….’ Toen pas haalde hij vlug adem. ‘Ho, wacht even!’ onderbrak de man hem, terwijl hij zijn bleke hand omhoog stak. ‘Volgens mij heb je me niet helemaal begrepen…’ en hij wees naar de brede vensterbank.. ‘Ik verkoop geen vruchten! Ik verkoop alleen zaden…’ De jongeman dacht even na over wat hij had gehoord en toen hij weer voor zich keek, was de man verdwenen… er stond alleen nog een klein potje op de toonbank.. en een briefje…
“Als je een tuin wilt… wacht dan niet tot iemand je bloemen komt brengen… met andere woorden: neem verantwoordelijkheid voor wat je wilt en jouw geluk”.