De entree met leisteen bruggetje over een vijver en glazen schuifdeuren doet denken aan de Intratuin. Eenmaal door de deur stap ik de wereld van de tweedehands auto’s in. Ze hebben er over nagedacht, die jongens. Een glimmende sportauto staat strategisch als eerste de bezoeker toe te stralen. Welke man staat niet met een beetje kwijl op zijn schoenen stil bij zo iets? Aan de mega balie krijgen we een plattegrond mee, dat doet al vermoeden dat er nog meer verrassingen komen, want die heb je niet nodig als er maar een paar auto’s zouden staan toch? Een tweede glazen deur opent de wereld van de auto’s. Ik kijk mijn ogen uit. Rijen en rijen auto’s staan mooi gepoetst op een met stijlvol grijs gravel belegd parkeerterrein. Natuurlijk waren de aanwijzingen van de baliedame niet blijven plakken door alle afleiding. Het zoeken van de auto die mijn liefje op het oog had, bleek een aardige puzzeltocht.
Er zal vast iemand uitgemeten hebben hoe dicht de auto’s op elkaar moeten staan om het maximale uit het terrein te halen. Ik wurm me tussen de audi’s en de BMW’s door en besef me dat dit niet echt motiverend werkt op het gemoed van de wat beter gevulde dames onder ons. Tip voor de Auto-Intratuin… iets meer ruimte graag! Helemaal in het uiterste hoekje, de achterste rij stond de auto dan. Lekker dicht op het hek, zodat de bijrijder niet in de auto kon stappen om te kijken… Een grote kras versierde het portier van de bestuurder. Jammer, want het was zo’n leuke auto.
Autodealers staan over het algemeen niet echt goed bekend. Een kat in de zak is dan ook zo gekocht, vandaar dat we extra alert waren. Dat was eigenlijk niet nodig bij deze winkel. “U neemt mee wat u ziet” was de opmerking van de vriendelijke jonge verkoper, in reactie op de vraag naar de kras op de auto. “We kopen in en verkopen door, niets meer, niets minder. “Honderd auto’s per week is het doel hier.” “Typische gevalletje van stoepgarantie” grap ik. Daar kwam het wel op neer, maar natuurlijk kon er wel meegedacht worden als de klant onverhoopt aan het eind van de straat stil kwam te staan met de zojuist aangekochte tweedehands auto. Er dwarrelt een stukje filmfragment van de Blues Brothers voor mijn ogen, als ze uiteindelijk na een wilde achtervolging bij het Belastingkantoor aankomen om geld te betalen en na het sluiten van de autodeur, de hele auto uit elkaar valt…
De twijfel vulde het hoofd van mijn vriend. Nog maar een rondje Auto-tuin doen dan maar om een beslissing te kunnen nemen. Bij het teruglopen ziet hij een mega grote pick-up auto staan. Nieuwsgierig als hij is, trekt hij de deur open om die daarna als de gesmeerde bliksem weer dicht te doen. Een oorverdovend lawaai vult het terrein. Het werd duidelijk waarom je als potentiële klant de sleutel van de auto meekrijgt om te kijken…er zit een prima alarm op. Half doof toch nog maar eens terug naar de verkoper. ‘Een schatting van de waarde van uw auto?” “Maar natuurlijk kan dat!” Wachtend op het oordeel, sta ik wat te spelen met een muurtablet. Schuivend met mijn vinger over het mega touch screen loop ik even de occasions van de winkel online door. Hij blijft steken bij een sportauto. De verkoper vraagt bij terugkeer of ik iets leuks gevonden had. De auto kost slechts € 65.000. “Het is de enige die in Nederland bestaat…” is zijn commentaar op mijn opengevallen mond. Een half uur later staan we weer buiten. Zonder de mooie ‘nieuwe’ auto en met een illusie rijker die maar net in de achterbak past. De inruilwaarde was een schok.
Later die avond zit mijn lief achter de computer. “Ik heb een gesprek met een mevrouw bij een autodealer…” “Om elf uur ’s avonds?” “Die zijn wel ernstig klantvriendelijk!” Als hij het later navraagt bij de autodealer, vertelt die glimlachend dat mijn vriend zich vermaakte met een mevrouw in een computerprogramma.
Een week of twee later stuurt hij een appje. “Ik mag de auto halen!” Een nieuw tijdperk breekt aan. De WagonR is ingeruild voor een prachtige Opel Corsa.