Wat fijn dat u weer aangekomen bent. Er waren wat kleine probleempjes, maar dat hoort er eigenlijk ook wel een beetje bij ieder jaar toch? Hoewel, ik toch serieus dacht dat u foetsie was toen ik het paard zonder u in Meppel zag staan… U heeft het vast al heel druk met alle email en brieven, maar ik hoop dat u even tijd heeft voor mijn blog? Ik weet dat het misschien een beetje vreemd is, maar ik word altijd een beetje onrustig als u aankomt. Ik ben veertig plus en heb misschien geen legale reden om zo blij te zijn. Immers… die zou over zijn als ‘het geheim van uw existentie’ aan kinderen is verteld. Misschien is daar iets misgegaan bij mij… Ik sta nog steeds mee te wiebelen op Sinterklaasliedjes en eigenlijk zou ik heel graag mijn schoen zetten, maar ja…
In plaats daarvan kijk ik thuis de aankomst op televisie. Maar ik dwaal af. Waar ik u over wil schrijven is mijn wens. Voordat ik u gisteren op televisie zag (u ziet er trouwens ieder jaar weer beter uit, u moet me toch eens vertellen hoe u dat doet…) zag ik andere beelden. Beelden van wat mensenkinderen in Parijs hebben uitgespookt. U mag die ‘kinderen’ wat mij betreft in de zak meenemen en heropvoeden met de lessen dat wij allemaal mens zijn en het recht hebben om te geloven wat wij willen.
Soms raak ik wel eens een beetje in de war, Sint… aan de ene kant is er een overmatige bescherming van respect naar mensen (ik noem heel zachtjes Zwarte Piet-gate…) waar vooral geen onderscheid gemaakt mag worden in afkomst. Aan de andere kant lijkt men door te slaan naar de tegenpool daarvan en blaast men zichzelf op? Hoe heb ik het nu met de wereld Sint?
Als ik mijn schoen mag zetten, zou u er een briefje in vinden. Wat ik vraag is niet in geld uit te drukken, het is onbetaalbaar… Kan u de mensen niet een beetje helpen om verdraagzaam te zijn?
Ik hoop dat u een beetje voorzichtig doet als de wind door de bomen waait en u over de daken rijdt…