De telefoon gaat. Het is mijn vader. “Zeg, ik wil je even melden, dat ik op bladzijde 21 van jouw boek ben aangekomen…” Ik had hem voor zijn verjaardag een van de twee exemplaren van de Engelse versie van mijn boek gegeven. Ik ga een beetje rechtop in mijn stoel zitten, want ik ben wel heel benieuwd wat hij gaat zeggen. “Ik wilde je even zeggen dat ik zo trots op je ben!” “Je schrijfstijl is prikkelend en wie heeft het eigenlijk voor je vertaald?” Mijn ogen worden groot. Vertaald??? “Pap… ik heb dat zelf geschreven!” “Dan ben ik nog een keer dubbel trots op je!”
Het was vast een voorproefje van wat me te wachten staat als mensen mijn boek gaan lezen. Familie is al een goede test. Ik sta achter wat ik geschreven heb, maar zoals ook in het boek staat… Ik ga wel met de billetjes bloot. Schrijven is anders dan een foto tonen, je laat emoties zien. Mensen gaan daar iets van vinden en daar kan ik weinig aan doen. Of toch wel… vooral bij mezelf blijven en bedenken dat kwetsbaar opstellen ook een vorm van kracht tonen is.
Soms moet ik mezelf nog wel even knijpen. Ik… mevrouwtje Happy Minds, schreef een boek, ben uitgever geworden en zat een paar dagen geleden achter de computer om ‘eventjes’ mijn ISBN nummers te regelen. Toen de mail mijn mailboxje infladderde met het felbegeerde nummer zat ik wel even te glimmen.
Nog even en dan is het zover. Dan gaat mijn creatie de markt op. In twee talen! Hoe cool is dat?
“Zeg, waar kan ik dan een Nederlandse versie kopen van jouw boek?” vraagt mijn vader. “Daar ben ik nog mee bezig pap, maar ik noteer jouw bestelling vast op een post-it papiertje”. “Ja, ik wil het naar een vriend van mij sturen, want dan kan hij zien wat een coole dochter ik heb!” Mijn hart smelt. Mijn papa, zo trots.
Al die ontwikkelingen prikkelen enorm en mijn hoofd zou om moeten lopen van allerlei gedachten… Of toch niet? Gisteren ben ik begonnen aan het tweede boek. Mijn egootje zat op mijn schouder en had weer van alles te melden. “Is dat niet wat voorbarig?” “Een tweede boek?” “Je weet nog niet eens of het eerste deel een succes wordt?” Alsof er een wesp bij mijn oor zat, maak ik een zwiep beweging en gooi er een “Hou je mond Betty” achteraan. Als ik niet geloof in succes, dan gebeurt er nooit iets.
Hebben we niet recentelijk een baan gevonden, na anderhalf jaar WW? Hebben we niet een gedrukt exemplaar in ons handen gehouden van ONS boek? Hoeveel bewijs wil je eigenlijk dat succes wel degelijk is weggelegd in het leven? Ineens is het stil in mijn hoofd.
Het is nog even wennen, geloven in dingen die wel lukken in het leven, maar ik kan melden dat het toch ook wel ernstig lekker voelt…
Ik gooi er even een grote JIHAAAAAAAAAAAA uit. Zo… dan gaan we nu weer over tot de orde van de dag… Happy zijn.