Misschien kan ik het stiekem afschuiven op mijn opvoeding… Mijn moeder kookte altijd twee verschillende potjes en standaard stond de appelmoes klaar om eventuele niet goed weg te werken gerechten toch naar binnen te krijgen. Mijn moeder had de strijd op gegeven. Een man die niet zo veel lust en twee kinderen die zijn DNA hebben… Ik geef haar gelijk 🙂 Dat levert anno 2016 op dat ik volgens zeggen ‘een moeilijke eter’ ben. Is dat eigenlijk wel zo?
“Ik heb een lekker recept gezien…” vertelt mijn vriend enthousiast. “Kip met broodkruimels.” In mijn hoofd gaan laatjes open. Kip… check! Brood…check! Automatisch volgt dan “Lekker, liefje!” Handig zo’n archief met ‘wat wel te eten als je mij bent’. Als we later aan tafel zitten en de creatie eens bekijk ontglipt mij: “Het lijkt wel aangebrand gehakt boven op kip. Het is dat ik weet dat het brood is…” Ik weet het, het is niet handig om zoiets te zeggen als iemand met al zijn passie een nieuw gerecht heeft staan maken. Daar komt nog bij dat ik niet goed kan koken… Het was echter heerlijk.
Ik weet nog dat in een van de eerste gesprekken tussen mij en mijn lief het onderwerp eten op tafel kwam. “Wat is jouw filosofie over witlof?” vroeg ik hem. Een vreemde vraag als je elkaar net leert kennen en er nog geen ontmoeting was. Voor mij wel van het hoogste belang. Stel voor een witlofman… Dat moesten we voorkomen hoor! Witlof is jakkie, vies, getver, bleh en eigenlijk alleen maar geschikt voor cavia’s (als je die hebt dan). Er klonken violen in mijn oren… Hij was niet bepaald een witloffan. Een plusje achter zijn naam was het resultaat.
Bonen waren nog een onderwerpje. Eigenlijk alle soorten behalve de sperzieboon, die mag blijven. “Zal ik lekker chili con carne voor je maken?” vraagt hij met een blije blik. “Ja heerlijk, doe maar alleen de carne dan… de bonen mag je houden!” Dat was een van de eerste keren dat hij het zei… “Jij bent ook een moeilijke eter.” “IK… moeilijk..” “Hoe kom je daar nu bij?” De eerste confrontatie was een feit. “Ik weet heel goed wat wil WEL lust, hoe kan dat nu moeilijk zijn voor je?”
Eigenlijk zou ik in plaats van een kookboek een lijst met ‘wel te gebruiken producten’ neer moeten zetten op mijn aanrecht. Mijn vriend houdt van onderzoeken en uitproberen in de keuken, nou… zie daar de uitdaging. Maak een gerecht met alles wat ik WEL lust. Ik zeg “leve de moeilijke eter!” Zo blijft het leven spannend en uitdagend toch? Bovendien zal ik ongetwijfeld geluiden als ‘hmmmm’ en ‘jummie’ maken, succes gegarandeerd!
Het leven kan zo eenvoudig zijn, als je maar niet te moeilijk doet over eten, toch?